horen

horen
{{horen}}{{/term}}
I 〈overgankelijk werkwoord〉
[met het gehoor waarnemen] hear
[luisteren naar] listen to〈voornamelijk juridisch〉 hear 〈ook met betrekking tot biecht〉
voorbeelden:
1   we hoorden de baby huilen we heard the baby crying
     het is wel te horen dat je verkouden bent you can hear that you've got a cold
     nu kun je het me vertellen, hij kan ons niet meer horen you can tell me now, he is out of earshot
     zo mag ik het horen that's what I like to hear
     zijn naam horen noemen hear one's name mentioned
     ik heb het alleen van horen zeggen I only have it on hearsay
     ik hoor het hem nog zeggen I can still hear him saying it
     wij hoorden zingen/schreeuwen 〈enz.〉 we heard singing/shouting 〈enz.〉
     zichzelf graag horen praten like to hear oneself talk
     hij deed alsof hij het niet hoorde he pretended not to hear (it)
     ik hoor je wel! 〈met betrekking tot schreeuwen〉 you don't need to shout!; 〈met betrekking tot herhaling〉 I heard you the first time
     ik kon aan zijn stem horen dat hij zenuwachtig was I could tell by his voice that he was nervous
     ze kromp ineen bij het horen van zijn stem she winced at the sound of his voice
II 〈onovergankelijk werkwoord〉
[geluiden kunnen waarnemen] hear
[zijn plaats hebben] belong
[gepast zijn] 〈zie voorbeelden 3
[toebehoren] belong (to)
voorbeelden:
1   het was een leven dat horen en zien je verging the noise was fit to wake the dead
     hij hoort slecht he is hard of hearing
     〈spreekwoord〉 wie niet horen wil, moet voelen he who will not listen to advice must suffer for it
2   iemand het gevoel geven dat hij erbij hoort give someone a sense of belonging
     wij horen hier niet we don't belong here
     de kopjes horen hier the cups go here
     bij elkaar horen belong together
     hij hoort niet bij/tot de vlugsten he's not one of the fastest
3   dat hoor je te weten you should/ought to know that
     voor wat hoort wat you scratch my back and I'll scratch yours
     ze weet niet hoe het hoort she doesn't know how to behave
     je hoort niet te fluisteren in gezelschap you shouldn't whisper in company
     dat hoort niet it's not done
     dat hoort zo that's how it should be
     en zo hoort het ook and that's how it should be too
     ze weten niet beter of het hoort zo they don't know any better
     dat hoort er zo bij 〈het is lastig maar niet te vermijden〉 it's all in a day's work
     dat is niet zoals het hoort that's not good manners
4   dit huis hoort aan mijn vader this house belongs to my father
III 〈onovergankelijk, overgankelijk werkwoord〉
[vernemen] hearbe told, get to know
[in aanmerking nemen] listen (to)
voorbeelden:
1   ik kreeg te horen dat het zo niet langer kon I've been told that it can't go on like that
     wij kregen heel wat te horen 〈met betrekking tot kritiek〉 we were given a hard time of it
     laat eens iets van je horen keep in touch
     laat zijn vrouw het maar niet horen don't let his wife (get to) know (about it)
     hij heeft niets van zich laten horen he hasn't been in touch
     dat moet je dan nog jaren horen you'll never hear the last/end of it
     ik moet altijd horen dat ik vergeetachtig ben I'm constantly being told that I'm forgetful
     zij wil geen kwaad van hem horen she won't hear a word said against him
     zij wil geen nee horen she won't take no for an answer
     hij vertelde het aan iedereen die het maar horen wilde he told it to anyone who would listen
     ik wist niet wat ik hoorde I could hardly believe my ears
     toevallig horen overhear
     bij het horen van het nieuws on hearing the news
     hij wilde er niets meer over horen he didn't want to hear any more about it
     daar heb ik nooit van gehoord I've never heard of it
     daarna hebben we niets meer van hem gehoord that was the last we heard from him
     u hoort nog van ons 〈neutraal〉 you'll be hearing from us; 〈als bedreiging〉 you've not heard the last of this
     daar hoor je nog meer van you've not heard the last of this
     ik hoor niets dan goeds van hem I've heard nothing but good of him
     nou hoor je het ook eens van een ander so I'm not the only one who says so
     dat hoor ik voor het eerst that's the first I've heard of it
     zo te horen gaat het goed met hem it sounds like he's doing well
     ik hoor het nog wel let me know (about it)
2   moet je horen! just (you) listen (here)
     moet je horen wie het zegt! 〈ironisch〉 look who's talking!
     moet je hem horen!, hoor hem! (just) listen to him!
     als je hem hoort zou je denken dat (from) the way he talks you'd think that
     hoor eens listen, (I) say

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.

Игры ⚽ Поможем написать реферат

Look at other dictionaries:

  • Hören — Hören …   Deutsch Wörterbuch

  • Hören — Hören, verb. reg. act. welches in einer doppelten Hauptbedeutung gebraucht wird. I. Einen Schall zu empfinden suchen, vermittelst des Gehöres zu empfinden bemühet seyn; wo es oft absolute steht und die Gestalt eines Neutrius hat. 1. Eigentlich.… …   Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart

  • hören — hören: Das gemeingerm. Verb mhd. hœ̄ren, ahd. hōran, hōr‹r›en, got. hausjan, engl. to hear, schwed. höra gehört mit verwandten Wörtern in anderen idg. Sprachen, vgl. z. B. lat. cavere »sich in Acht nehmen« (↑ Kaution) und griech. akoúein… …   Das Herkunftswörterbuch

  • Horen — bezeichnet: Horen (Mythologie), die Töchter des Zeus und der Themis in der Griechischen Mythologie die Gebetszeiten des Stundengebetes der katholischen Kirche (von griechisch ώρα, lateinisch hora: ‚Stunde‘) Drei Literaturzeitschriften der Neuzeit …   Deutsch Wikipedia

  • Hŏren — Hŏren, in der griech. Mythologie die Göttinnen der Ordnung in der Natur, welche die Jahreszeiten in ihrer natürlichen Folge wechseln und alles zu seiner Zeit entstehen, blühen und reisen lassen. Bei Homer warten sie als Zeus und Heras Dienerinnen …   Meyers Großes Konversations-Lexikon

  • hören — Vsw std. (8. Jh.), mhd. hœren, ahd. hōren, as. hōrian Stammwort. Aus g. * hauz ija Vsw. hören , auch in gt. hausjan, anord. heyra, ae. hӯran, afr. hēra. Zunächst verwandt ist gr. akoúō ich höre ( * kous , Deutung des a umstritten); vielleicht… …   Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache

  • Horen — {{Horen}} Töchter des Zeus* und der Themis*, die über Menschenwerk wachen; ihre redenden Namen sind Eunomia (Gute Ordnung), Dike (Recht) und Eirene (Frieden) (Hesiod, Theogonie 901 f.). In der Ilias hüten sie die Wolkentore des Himmels (V… …   Who's who in der antiken Mythologie

  • hören — [Basiswortschatz (Rating 1 1500)] Bsp.: • Wir hörten ihn kommen. • Nein, ich habe ihn auch eine lange Zeit nicht gehört. • Es tut mir Leid, dies zu hören …   Deutsch Wörterbuch

  • hören — V. (Grundstufe) mit dem Gehör wahrnehmen Beispiel: Ich habe seine Schritte gehört. Kollokation: Musik hören …   Extremes Deutsch

  • hören — hören, hört, hörte, hat gehört 1. Ich kann nicht mehr so gut hören. 2. Ich höre jeden Tag die Nachrichten. 3. Dieses Wort habe ich noch nie gehört. 4. Ich habe gehört, dass Herr Müller im Krankenhaus liegt …   Deutsch-Test für Zuwanderer

  • Horen — (Horae), ursprünglich bei Homer Dienerinnen des Zeus u. Witterungsgöttinnen u. als solche Hüterinnen der Pforten des Himmels, welche dieselben früh dem Helios öffneten u. Abends schlossen; er nennt weder ihre Zahl noch die Namen der einzelnen. In …   Pierer's Universal-Lexikon

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”